Wat is de betekenis van unit?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Unit

(Eng.), v. (-s), eenheid; — (hand.) eenheid voor prijsnotering, t.w. een bep. hoeveelheid die moet voldoen aan bep. condities.

2025-07-15
Orthodontisch woordenboek

Dr. H.J. Remmelink (2022)

Unit

Combinatie van elektrische en luchtgestuurde apparatuur voor tandheelkundige behandelingen.

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

unit

1) (1991) (stud.) groep; deel. • (Albert Gillissen & Paul Olden: Het eerste Nederlandse Studentenwoordenboek. 1991) • Na dit alles nog een eervolle vermelding voor het woord unit (Spreek uit: joenit). Zoals de smurfen het 'smurfen' hebben, hebben wij de 'unit'. Praktisch alles kan een unit zijn. En het liefst wordt die unit 'getuned'...

2025-07-15
Klein hotelvademecum

Peter Joh .M. Zuidweg (2017)

Unit

Eenheid, onderdeel.

2025-07-15
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

unit

unit - Engelse term voor eenheid, fractie of participatie.

2025-07-15
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Unit

[Eng., afk. van unity, van Lat. unitas = eenheid] 1 eenheid; stel zaken of onderdelen die samen een zelfstandig geheel vormen; 2 (hand.) eenheid waarin goederen verhandeld worden; bep. hoeveelheid die voldoet aan bep. voorwaarden en geldt als eenheid voor prijsnotering (bijv.: een barrel (159 liter) ruwe a...

2025-07-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Unit

eenheid; eenheid voor prijsnotering (hand.)

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Unit

Eenheid (1) Een apparaat, dat een bepaalde functie verricht. (2) Een basiselement.