uniteit
uniteit - Zelfstandignaamwoord 1. het één zijn, eenheid, eensgezindheid Woordherkomst afgeleid van unie met het achtervoegsel -teit
Wiktionary (2019)
uniteit - Zelfstandignaamwoord 1. het één zijn, eenheid, eensgezindheid Woordherkomst afgeleid van unie met het achtervoegsel -teit
Jacon Kramers Jz (1948)
v. elk ding op zich zelf; eenheid; eendracht; (ook:) broedergemeente v. d. Hernhutters. unitis viribus, (Lat.) met vereende krachten.
Jozef Verschueren (1930)
(uni'teit) v. [Fr. < Lat .unitas] wat een is nl. 1. Eig. eenheid. 2. Metn. het enige.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: