Wat is de betekenis van unitas?

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Unitas

[Lat.] eenheid, eensgezindheid.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Unitas

eenheid; bond

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Unitas

eenheid

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Unitas

(Lat.), v. (...tates), unie, bond, inz. studentenbond (in tegenst. met de oude corpsen).

2024-04-29
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ūnĭtās

ātis, f. eenheid, mundi, ongescheiden geheel, Iust.

2024-04-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

unitas

(Lat.) v. eenheid, eensgezindheid.

2024-04-29
Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

UNITAS

Eenheid. Unitas absoluta, Volstrekte eenheid. Unitas accidentalis, Bijkomstige eenheid. Unitas accidentium, Eenheid der bijkomstigheden. Unitas aggregationis, Eenheid door aanelkaarhechting, eenheid door naastelkaarstelling. Unitas collectiva, Verzameleenheid. Unitas compositionis, Samenstellingseenheid. ...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

unitas

v. (Lat. eenheid, eendracht; naam van studentenbonden, inz. in tegenst. met corps).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

unitas

v. eensgezindheid.