uit de heup janken
(2005) (euf.) urineren, pissen. Syn.: effe z'n bierpompje* afknijpen; een blaasje* maken; de bloemetjes* water geven; een boom* in brand steken; zijn broer* een hand geven; uit zijn buik* huilen; buiksnuiten*; even naar z'n eigen gezeik* luisteren; even mijn hondje* uitlaten; zijn jongeheer* de hand schudden; even kijken of ik nog een jon...
