Wat is de betekenis van travers?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Travers

o., (text.) kamgaren japonstof met pelsachtig uiterlijk.

2025-07-16
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

travers

Het begrip travers heeft 2 verschillende betekenissen: 1) dwars. dwars; kruiselings. 2) zijgang. zijgang in de dressuur, waarbij het paard met de achterhand binnenwaarts loopt met het lichaam gebogen in de richting van de beweging. De voorbenen blijven daarbij op de hoefslag en de achterbenen komen naar binnen zodat het paard op t...

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Travers

(traverse) dwarsovergang; tegenspoed; dwarsbalk; gedeelte van een verkeersader dat binnen de bebouwing ligt

2025-07-16
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Travers

Willem Karel Frederik; geb. Amsterdam 20 maart 1826. Woonde en werkte in deze stad, Rotterdam tot 1852, Amsterdam 1853, Den Haag 1854, daarna in Rotterdam. In 1866 woonde hij ter plaatse van de Westerhaven 845, in 1869 bij de volkstelling te Rotterdam ambtshalve afgevoerd. Schilderde bijbelse voorstellingen, genrestukken en portretten. Werd in 1852...

2025-07-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

travers

dwarslyn in bouwerk; dwarsgelegde skans; hindernis.

2025-07-16
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Travers

dwarste, breedte, wijdte; zijde [v. schip]; dwarsstuk,-touw; verkeerdheid, gebrek; onregelmatigheid, grilligheid; un travers de doigt, een vingerbreedte; à travers of au travers de, door, middendoor; dwars door, door... heen; d e overdwars; schuins, van ter zijde, scheef, verkeerd, averechts; esprit de travers, dwarskop; avaler de travers, z...

2025-07-16
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Travers

(Fr.), dwarsverbindingsstuk, dwarsbalk. Travesti (Fr. :verkleed), het feit dat een man in vrouwen- of een vrouw in mannenkledij ten tonele optreedt; het verkleedpak; dwaze omwerking van een ernstig toneelstuk.

2025-07-16
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Travers

of dwarswal heet in de vestingbouw een aarden ophoging op de wal en daarachter, loodrecht op de vuurlijn, ter bescherming tegen vuur van terzijde. Indien er een bomvrij gebouw in aangebracht is, spreekt men van een [i]holtravers. [/i] Bij het beleg van een vesting in de 17de eeuw en ook bij de latere sappen-aanval werden traversen, gemaakt...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Travers

(krijgsk.), zijweer, grondlichaam, dat beschermt tegen zijdelings invallend vuur en de uitwerking van springende granaten localiseert.