Wat is de betekenis van Traverseeren?

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

traverseeren

traverseeren - oversteken, doorheen gaan; dwarsboomen.

2024-04-30
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Traverseeren

(fr.) dwars doorgaan, doorkruisen, doorsnijden. In overdrachtelijken zin: dwars voorkomen, in den weg staan, verhinderen, hinderen. Van paarden: een zijgang bij het rijden, waarbij de voorhand van het paard op den hoefslag gaat, terwijl de achterhand door het buitenbeen naar binnen wordt gedrukt. Het paard is zoodoende gedwongen zich evenwijdig te...

2024-04-30
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Traverseeren

doorkruisen, dwars doorgaan.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Traverseeren

Traverseeren - (traverseerde, heeft getraverseerd), dwars doorgaan, doorsnijden; dwarssprongen maken.

2024-04-30
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

traverseeren

traverseeren - bw. ow. gel., dwars doorgaan, doorsnijden, dwarssprongen maken

Gerelateerde zoekopdrachten