Wat is de betekenis van tic?

2024-03-28
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

tic

tongue in cheek

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tic

tic - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) zenuwtrek

2024-03-28
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

tic

Een plotselinge, spontane, korte samentrekking van een spier of spiergroep. Tics kunnen bij iedereen voorkomen. Soms komen ze doordat in het lichaam iets niet in orde is of dat iemand een geestelijke stoornis heeft. De meest voorkomende tic is die waarbij je ooglid vervelend knippert. Vrijwel iedereen heeft daar wel eens last van. Maar dat is niet...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Tic

(m.), snelle, niet aangehouden, doelloze, aritmische contractie of vocale uiting, die repetitief en volgens een vast patroon optreedt