Wat is de betekenis van stroop?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

stroop

Het begrip stroop heeft 6 verschillende betekenissen: 1) zoete, dikvloeibare stof. zoete, dikvloeibare stof die verkregen wordt door het inkoken van sap van suikerbieten, suikerriet of vruchten; ingedikt bietensap of vruchtensap. In toepassing op de bekende dikvloeibare, bruine stroop uit suikerbieten of suikerriet, maar ook in toepassing...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stroop

stroop - Zelfstandignaamwoord 1. (f)/(m) (voeding) een dikke, viskeus|viskeuze, geconcentreerde vloeistof waarin een grote hoeveelheid suikers zijn opgelost Een boterham met stroop. 2. (m) het stropen van wild stroop - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvo...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stroop

stroop - zelfstandig naamwoord 1. dikke plakkerige vloeistof, gemaakt van suiker ♢ we deden stroop op de pannenkoek 1. iemand stroop om de mond smeren [hem overdreven vleien, ophemelen] Zelfstandi...

2024-04-26
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

stroop

Algemene benaming voor een dikke, vloeibare suikeroplossing van suikerbiet, suikerriet en vruchten en die ter vervanging dienen van suiker of dienst doet als brood- of pannenkoekenbeleg.

2024-04-26
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

stroop

zie gort2.

2024-04-26
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

stroop

dik vloeibare massa, bevat 75% Saccharose, zouten, kleur- en smaakstoffen. Gewonnen uit kooksel van suikerriet of beetwortelen na verwijdering van de suiker.

2024-04-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

stroop

(de, stropen), (ook:) 1. siroop van vruchten e.d. bestemd om met water als limonade gedronken te worden. De stroop zeven en overgieten in goed schoongemaakte, droge goedsluitende flessen (S&S 288). 2. limonade van vruchtensiroop met water. Wiesje liep voorzichtig met haar kroesje stroop naar haar plaats, maar George stootte haar tot de stroop...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

stroop

dik, klewerige suikervog; soet afkooksel van vrugte, plante of groente; soet, vloeibare bereidsel vir gebruik oor nagereg; nul (tennis); gestroop, plunder; aftrek (blare, bas).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stroop

s., sjerp.