Wat is de betekenis van strooplikker?

2024-04-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

strooplikker

(19e eeuw) (min.) vleier. Het werkwoord strooplikken is een samenvoeging van ‘stroopsmeren’ en ‘gatlikken’. Syn.: aarslikker*; bazenpoeper*; falievouwer*; flikflooier*; gatkruiper*; gatlikker*; glijer*; kontkruiper*; kontlikker*; kraaienlikker*; kwijlebabbel*; kwijlebal*; kwijler*; reetkruiper*; reetlikker*; slijmjurk*; smei...

2024-04-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

strooplikker

strooplikker - Zelfstandignaamwoord 1. slijmerd, slijmbal, vleier Woordherkomst afgeleid van strooplikken met het achtervoegsel -er Synoniemen kontlikker Verwante begrippen strooplikster

2024-04-17
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

strooplikker

vleier. Het werkwoord ‘strooplikken’ is een samenvoeging van stroopsmeren en gatlikken. En de strooplikkers, die zijn tegen de vijftig vet, ongemakkelijk dik/ Maar zij blijven mager van het denken en een van hen ben ik! (Armand, Eén van hen ben ik, 1970) Haar rancunes niet de baas, zwelgend in verbittering, in ruzie met de hele...

2024-04-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Strooplikker

s., sjerpslikker, -striker.

2024-04-17
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Strooplikker

m. (-s), vleier.

2024-04-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

strooplikker

m. strooplikkers (fig. vleier), gmz.

2024-04-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

strooplikker

m. (-s), vleier.