STEEK
m. (steken), 1. keer dat men steekt, handeling van steken; stoot met een puntig voorwerp en de daardoor veroorzaakte wonde : iem. een steek toebrengen met een mes, een dolk; steken van bijen en muggen; 2. stekend gevoel van pijn: steken in de zijde, steek in de borst; 3. bijtend gezegde, schimpscheut, verwijt: dat was mij een steek door het hart,...