Wat is de betekenis van staand?

2023-10-01
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

staand

staand - Bijvoeglijk naamwoord 1. zich rechtop bevindend staand - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanstaan

2023-10-01
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

staand

staand - bijvoeglijk naamwoord 1. verticaal opgericht ♢ we kwamen langs een staand kruis 1. een staande ovatie [waarbij men staat] 2. een staande receptie ...

Direct toegang tot alle 9 resultaten over staand?

Word nu vriend van Ensie
2023-10-01
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

staand

Staand is het rechthoekig formaat van bijv. een schilderij of foto waarbij de grootste lengte verticaal is.

2023-10-01
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Staand

adj., steand; iem. -e houden, immen oanhâlde, geweken nimme; zich -e houden, it op fuotten hâlde, op (’e) fuotten bliuwe, de fuotten ûnder it liif, ûnder it gat hâlde; zich niet -e kunnen houden, ûnder (’e) fuotten reitsje; met moeite -e weten te blijven, it op &rsqu...

2023-10-01
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STAAND

tegenw. deelw. van staan, gebezigd ter uitdrukking van een blijvende eigenschap, waardoor het tot bn. geworden is. 1. Met betr. tot staan in de bet. (1.): in opgerichte houding op zijn voeten rustend: (herald.) staande leeuw, die met zijn vier poten op de grond rust; — (Zuidn.) staande voet, (als maat), de lengte v...

2023-10-01
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

staand

1. bn.; oorspr. tegenwoordig deelw. van staan, gebezigd ter uitdrukking van een blijvende eigenschap; wapenkunde: een staande leeuw, geen liggende en zittende; de staande en liggende balk van een kruis; staand werk, timmerwerk; staande klok, tegenover hangklok; staande lamp; staande kraag, tegenover platte; staand schrift, tegenover schuin of lopen...

2023-10-01
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

staand

(sta:nt) bn. 1. wie, wat staat : een -e leeuw; een -e lamp; ten perceel gronds -e en gelegen te N. →: licht, voet, zeil Tgst. liggend. 2. staand het woord voerend : het Openhaar Ministerie noemt men de -e magistratuur. Tgst. zittend 3. Jacht. die voor het wild staat, plotseling halt maakt: een -e hond, Tgst. lopende hond. 4. rechtstandig :...

2023-10-01
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

staand

bn., tegenw. deelw. van staan, gebruikt ter uitdrukking van een blijvende eigenschap; 1. met betrekking tot staan in de betekenis: in opgerichte houding op zijn voeten rustend: staande leeuw, die met zijn vier poten op de grond rust; op staande voet, eig. voordat men een voet verzet; terstond; 2. (van zaken) zich in verticale richting bevindend: &m...

2023-10-01
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Staand

deelw. - Wat vast staat. Staand en loopend want: - Een staande wind (die uit een vasten hoek blijft waaien.