staand
staand - Bijvoeglijk naamwoord 1. zich rechtop bevindend staand - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanstaan
Wiktionary (2019)
staand - Bijvoeglijk naamwoord 1. zich rechtop bevindend staand - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanstaan
Muiswerk Educatief (2017)
staand - bijvoeglijk naamwoord 1. verticaal opgericht ♢ we kwamen langs een staand kruis 1. een staande ovatie [waarbij men staat] 2. een staande receptie ...
Direct toegang tot alle 9 resultaten over staand?
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Staand is het rechthoekig formaat van bijv. een schilderij of foto waarbij de grootste lengte verticaal is.
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj., steand; iem. -e houden, immen oanhâlde, geweken nimme; zich -e houden, it op fuotten hâlde, op (’e) fuotten bliuwe, de fuotten ûnder it liif, ûnder it gat hâlde; zich niet -e kunnen houden, ûnder (’e) fuotten reitsje; met moeite -e weten te blijven, it op &rsqu...
Van Dale Uitgevers (1950)
tegenw. deelw. van staan, gebezigd ter uitdrukking van een blijvende eigenschap, waardoor het tot bn. geworden is. 1. Met betr. tot staan in de bet. (1.): in opgerichte houding op zijn voeten rustend: (herald.) staande leeuw, die met zijn vier poten op de grond rust; — (Zuidn.) staande voet, (als maat), de lengte v...
M. J. Koenen's (1937)
1. bn.; oorspr. tegenwoordig deelw. van staan, gebezigd ter uitdrukking van een blijvende eigenschap; wapenkunde: een staande leeuw, geen liggende en zittende; de staande en liggende balk van een kruis; staand werk, timmerwerk; staande klok, tegenover hangklok; staande lamp; staande kraag, tegenover platte; staand schrift, tegenover schuin of lopen...
Jozef Verschueren (1930)
(sta:nt) bn. 1. wie, wat staat : een -e leeuw; een -e lamp; ten perceel gronds -e en gelegen te N. →: licht, voet, zeil Tgst. liggend. 2. staand het woord voerend : het Openhaar Ministerie noemt men de -e magistratuur. Tgst. zittend 3. Jacht. die voor het wild staat, plotseling halt maakt: een -e hond, Tgst. lopende hond. 4. rechtstandig :...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., tegenw. deelw. van staan, gebruikt ter uitdrukking van een blijvende eigenschap; 1. met betrekking tot staan in de betekenis: in opgerichte houding op zijn voeten rustend: staande leeuw, die met zijn vier poten op de grond rust; op staande voet, eig. voordat men een voet verzet; terstond; 2. (van zaken) zich in verticale richting bevindend: &m...
Jacob van Lennep (1865)
deelw. - Wat vast staat. Staand en loopend want: - Een staande wind (die uit een vasten hoek blijft waaien.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen: