Wat is de betekenis van Sprookjes?

sprookjes - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sprookje

Verhalen met oude volkswijsheden, die van de ene generatie op de andere doorverteld zijn. Sprookjesbeelden vertegenwoordigen diepe waarheden, die een beeld geven van de psychologische ontwikkeling van een volk.

Niet-geloofde volksverhalen met een avontuurlijk karakter en een positief einde (‘en ze leefden nog lang en gelukkig”). Ze spelen in een onbestemde ruimte en tijd (‘er was eens’) en het bovennatuurlijke speelt er een bijzondere rol in zonder dat het door de sprookjeshelden (als het al geen dieren zijn, dan meestal een jonge...

In de volksmond ontstane en doorvertelde vertellingen zijn echte of volkssprookjes. Sinds de tijd van de Renaissance en vooral de Romantiek zijn er echter ook letterkundigen geweest die sprookjes hebben uitgedacht en geschreven; dergelijke sprookjes zijn cultuursprookjes. Alle sprookjes gaan over wonderlijke geschiedenissen, waarin niet alleen de m...

min of meer naïeve vertellingen, waarin natuurgevoel en wonderengeloof een groote rol spelen. Men onderscheidt volkssprookjes (vertellingen, die v. geslacht op geslacht zijn overgeleverd en naar alle waarschijnlijkheid dramatiseeringen v. natuurverschijnselen of mystiek-religieuze waarheden zijn) en kunstsprookjes: verhaaltjes in sprookjesstij...

Iedereen heeft aan de sprookjes uit zijn jeugd de aangenaamste herinneringen bewaard. Veelal vage herinneringen, want de meeste zijn totaal vergeten: slechts een paar heel oude, heel bekende sprookjes als Roodkapje, Kleinduimpje, de Gelaarsde Kat, Sneeuwwitje, Doornroosje en misschien nog Blauwbaard zijn blijven hangen, de z.g. volkssprookjes, waar...