Wat is de betekenis van SLEDE?

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Slede

s., slide; per — vervoeren, slydts(k)je.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Slede

v. (-n), SLEE, v. (-ën), 1. voertuig rustend op twee evenwijdige, metalen of met metaal beslagen ribben, dat glijdend wordt voortbewogen; eertijds ook gebruikt om vrachtgoederen rond te brengen, thans alleen om over ijs en sneeuw heen te glijden: in een slede rijden; 2. (gemeenz.) (mooie, grote) auto: een aardige slee; 3. glijd...

2024-04-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Slede

vervoermiddel, dat glijdend wordt voortbewogen. Men onderscheidt de S. als vervoermiddel en als sportslede. Vervoermiddel. Men kent in Nederland zowel de simpele prik-S., die uitsluitend op het ijs dienst doet, als de sierlijke, vaak fraai bewerkte arre-S., door een of meer paarden getrokken. Sportslede. Men onderscheidt de bob-S. en de skeleton al...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

slede

v. sleden, sleetje, ook: slee, v. sleeën (1 voertuig zonder wielen op [van voren omgebogen] houten of metalen ribben, tegenwoordig inz. gebruikt om over ijs en sneeuw te glijden, ook gebruikt als sleeptransportmiddel; vroeger ook als gesloten rijtuig voor personenvervoer; 2 glijdend onderstel b.v. voor een schip, dat men laat aflopen of op de...

2024-04-26
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Slede

Voertuig zonder wielen, over bestrating voortgesl.(vandaar nog het woord sleeperswagen) of nog gebruikt op sneeuw en ijs.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

slede

('sle:də) v. (—n; sleetje) [~ slieren] I. Eig. voertuig zonder wielen dat glijdend over ijs en sneeuw wordt voortbewogen : een heeft twee evenwijdige met metaal beslagen ribben of ijzers; -n voor personen- of goederenvervoer; arre-, ijs-, prik-, vrachtslede; sleetje rijden. II. Metf. 1. glijdend onderstel a. voor een schip, dat men la...

2024-04-26
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Slede

van den Germ. wt. slid = glijden; zie Slieren; het woord w. d. z. het glijdende voertuig.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SLEDE

SLEDE - v. (-n), SLEE, v. (-ën), voertuig zonder wielen, om vrachtgoederen rond te brengen ; inz. om over ijs en sneeuw heen te glijden : in eene slede rijden ; met arresleden over de Maas rijden; — eenige aan elkander verbonden palen tot het afladen van vaten enz.; — werktuig in een houtzaagmolen dat de door te zagen balken of pl...