Wat is de betekenis van Rus?

2025-07-15
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rus

I. m. (-sen), 1. man van het Russische, Oostslavische volk; — bewoner van —, persoon afkomstig uit Rusland. 2. Russisch schip. 3. Russisch effect: de Russen daalden. 4. (niet alg) wandluis. II. m. (-sen), (Barg.) rechercheur: hij werd door een rus geplukt, gearresteerd. III. m. (-sen), (plantk.) ben. voor de biezen van d...

2025-07-15
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

Rus

(negeri Rus) Rus(land).

2025-07-15
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

RUS

Are You Single

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Rus

1) (1906) (Barg.) politieagent in burgerkleding; rechercheur. Vgl. stille*. • De russen (rechercheurs) hebben hem afgelegen. (Köster Henke: De Boeventaal. 1906) • Maar omdat hij o m. reeds zoo menig ezeltje gepiept (lade gelicht) had, was hij beknijsd (bekend) bij de prinsemarij (politie); die had dadelijk eens (vermoeden) op hem, e...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Rus

Rus - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een inwoner van Rusland De Russen vielen Georgië en Zuid-Ossetië binnen.