Wat is de betekenis van Rus, rus?

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Rus, rus

I. m. Russen (1 persoon, die behoort tot de oostelijke afdeling der Slaven; 2 ingezetene van het Russische rijk; ook: vertegenwoordiger van Rusland: het Russische rijk, het Russische leger enz., inz. in het mv.; 3 mv. Russische effecten, geldswaardige papieren): 1. de drie stammen der Russen; 2. een rus en een Duitser; de Russen werden verslagen; 3...