Wat is de betekenis van Prins?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

prins

(1752) (Barg.) politieagent. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1934) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948) • Het culturele tijdschrift Dux wijdt zijn laatste nummer geheel aan de politie. Grondig als Dux is heeft het ook een lijst van...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

prins

prins - zelfstandig naamwoord 1. zoon van koning of koningin ♢ prins Willem Alexander is de zoon van de koningin 1. van de prins geen kwaad weten [nergens iets van weten, onschuldig zijn] ...

2024-04-23
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Prins

Wanneer het niet om een echte prins gaat, dan is hij in dromen van vrouwen meestal de sprookjesprins, die zich dikwijls als de eigen partner of de droompartner in de waarste zin ontpopt.

2024-04-23
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Prins

1 de- gesproken hebben,dronken zijn. Verouderde slanguitdr., die volgens sommige bronnen oorspr. in Utrecht gebruikt werd. Toen Willem 1 destijds een bezoek bracht aan deze stad, waren de Oranjeklanten uitgelaten van vreugde: ze hadden immers de prins gesproken. De uitdr. werd vrij snel overdrachtelijk gebruikt voor iemand die (ten gevolge van dran...

2024-04-23
Stadsatlas Amsterdam

Hiskia Peters, Saskia van der Snoek & Vincent van Roosmaelen (1998)

Prins

Zie namen van betreffende prinsen.

2024-04-23
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Prins

Willem (Zaandam 1891-Utrecht 1968). Bestuurder van verschillende verenigingen op ’t Kalf te Zaandam, die in verband met zijn vele activiteiten bekend stond als ‘de burgemeester van ’t Kalf’. Willem Prins was 35 jaar achtereen voorzitter van zowel voetbalvereniging RCZ als de toneelvereniging ‘Onder Ons’, 20 jaar...

2024-04-23
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

prins

prins - Verwijst naar een hoge autoriteit of heerser. Verwijst meestal in het bijzonder naar bepaalde mannelijke leden van koninklijke families, gewoonlijk de zonen of kleinzonen van koningen of koninginnen. De term kan ook worden gebruikt om adellijken van lagere rangen aan te duiden. Prinsen zijn altijd mannelijk, zie 'prinsessen' voor...

2024-04-23
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

prins

In ’t mv. de prinsen, in toep. op de prins en de prinses, het prinselijk paar (als gall., ter vert. van fr. les princes): de prinsen van Luik bezochten de tentoonstelling.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Prins

Prins - zie N. van den Broek.