Synoniemen zoeken
Synoniem van prins
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
prins
prins - zoon van een vorst. In formele stijl: koningszoon. Een prins van den bloede komt uit een regerend vorstenhuis. Een wettige Spaanse of Portugese prins noemt men een infante, met uitzondering van de oudste zoon. De kroonprins zal de koning(in) in beginsel opvolgen; de Franse kroonprins heette tussen 1349 en 1830 de dauphin.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Prins
Vorst is de algemeene benaming voor eiken heerscher volgens legitiem erfrecht; als titel is het bij ons alleen in gebruik voor den heerscher van een klein rijk, dat een vorstendom genoemd wordt: de vorst van Montenegro; Prins is thans niet anders dan een adellijke titel. De Prins van Oranje; de prinsen van den bloede.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
prins
prins - zelfstandig naamwoord
1. zoon van koning of koningin
♢ prins Willem Alexander is de zoon van de koningin
1. van de prins geen kwaad weten
[nergens iets van weten, onschuldig zijn]
2. leven als een prins
[in grote weelde]
3. de prins op het witte paard
[de ideale echtgenoot]
2. titel van de man van de koningin
♢ de man van koningin Beatrix is prins Claus
Zelfstandig naamwoord: prins
de prins
de prinsen
het prinsje