pluim
1) (1972) (inf.) schaamhaar. • Pluim: schaamhaar. (Piet Grijs: Blijf met je fikken van de luizepoten af. 1972) 2) (18e eeuw) (jagers) staart van haas of konijn. • Dat gedeelte van een hazen of konijnenvacht, hetwelk jagers de pluim, en gewone menschen den staart noemen. (Nicolaas Beets: Camera Obscura. 1840) • Pluim:...