Wat is de betekenis van pluim?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

pluim

1) (1972) (inf.) schaamhaar. • Pluim: schaamhaar. (Piet Grijs: Blijf met je fikken van de luizepoten af. 1972) 2) (18e eeuw) (jagers) staart van haas of konijn. • Dat gedeelte van een hazen of konijnenvacht, hetwelk jagers de pluim, en gewone menschen den staart noemen. (Nicolaas Beets: Camera Obscura. 1840) • Pluim:...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pluim

pluim - zelfstandig naamwoord 1. bosje haren of veren ♢ de leeuw heeft een pluim aan het eind van zijn staart 1. een rookpluim [een dikke sliert rook] 2. iemand een pluim geven...

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

pluim

vogelveer Eigenlijk had de nieuwe dino, Kulindadromeus zabaikalicus, geen volwaardige pluimen, maar dons en 'kippenpoten' met schubben. (De Standaard) In Nederland komen pluimen vrijwel uitsluitend voor met ‘krijgen’ of ‘verdienen’. Wie een pluim krijgt, krijgt een complimentje. Belgisch-Nederlands...

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

pluim

(de, -en) in België ook: veer van een vogel.- van zijn pluimen laten, een veer laten, verlies, schade lijden. ‘En daar blijf ik stiekem op hopen’, zegt Tomasic. ‘Zes punten achterstand op de tweede zijn niet onoverbrugbaar. Wij krijgen alle toppers thuis te bekampen. Die gaan hier nog van hun pluimen laten.’ - LN...

2024-04-29
Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Pluim

zie: paardenpluim.

2024-04-29
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

pluim

In de 17de eeuw komt de bastaardvloek bij gans pluimen voor. Voor een verklaring van de verbastering ga ik uit van de overdrachtelijke betekenis van pluim, t.w. ‘vogel’. Wij zien vaak dat men kan zweren bij alle mogelijke schepselen van God, dus ook bij Gods vogels.

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

pluim

Veer (van een vogel); - in versch. uitdr., zegsw.: de pluimen maken de vogels, de kleren maken de man; (van) zijn pluimen laten e.d., verlies, schade, oneer lijden enz.; in de standaardt.: een veer laten; (w.g.) met iets in de pluimen zitten, in verlegenheid zitten. »Ze zal haar pluimen wel laten hangen als ze een rij sch...

2024-04-29
ABC van de Hengelsport

Van Onck (1972)

Pluim

Pluim - (zie Aas).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Pluim

Pluim - versiering boven scheerhout bij visserschepen. →Hemelboender.