pluimpje
(L., plumula), ➝ kiem.
Veerman (1954)
De zaden van de meeste hogere planten bevatten een kiem, d.w.z. een zeer klein plantje; veelal zijn daaraan, behalve een worteltje, ook reeds een stengeltje met 1 of 2 blaadjes waar te nemen. Dit laatste is het pluimpje.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. (eig.) kleine pluim, vederbosje; 2. (fig.) compliment, loftuiting: een pluimpje krijgen, verdienen; iem. een pluimpje geven.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Pluimpje - of Plumula, in de plantkunde de naam voor het stengelachtige deel van den kiem. Het stuk tusschen zaadlobben en de eerstvolgende kleine blaadjes heet epicotyl lid.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), 1. (eig.) vederbosje; klein projectiel voor windbuksen, dat bestaat uit een scherpe punt, eindigend op een pluimpje; 2. (fig.) compliment, waardering: een — krijgen, verdienen, geven; 3. (plantkunde) plumula, een onderdeel van de kiem van een plant dat tussen de zaadlobben ligt (of naast de zaadlob) en boven het embryonale worteltje...
J.H. van Dale (1898)
Pluimpje o. (-s), kleine pluim, vederbosje; — (plantk.) stukje stengel met blaadjes in de kiem; — eene soort van kleinen anjelier; — (fig.) compliment, lof : hij kreeg een pluimpje; iem. een pluimpje geven, loven, prijzen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: