Wat is de betekenis van Pis?

Personal

1) (1330) (plat) urine. Vooral spreektaal en kindertaal. • Den goeden Socrates sachtsinnigh Sweegh stil als hem sijn wijf toeschoot Veel smadelijcke woorden vinnigh En hem wt spijt met pis begoot. (Otto Vaenius: Q. Horatii Flacci Emblemata. 1607) • Neemt sap van de wortel van Lapatum Acutum zes oncen; Olie van Hennip een pond; fyn...

Pis - iemand over zijn pis jagen: iemand helemaal van streek brengen. Volgens J.J.M. van Dam, :Jantje Kaas en zijn jongens, vermoedelijk een marine-uitdrukking.

pis - zelfstandig naamwoord 1. gele vloeistof die via je blaas het lichaam verlaat ♢ alle mensen en dieren maken pis aan in hun lichaam 1. pis laten lopen [pis kwijtraken terwijl je daar niets aan kunt doen]...

Een alternatief voor de verwensingen laatje nakijken! of sodemieter op! is krijg de koude pis! Volgens het wnt, deel xii, stuk i, kolom 1961, is koude pis de letterlijk de benaming van een ziekteverschijnsel, ook druppelpis genoemd, waarbij men aandrang tot plassen heeft, ofschoon de blaas niet gevuld is, en men zijn wat...

urine; gepis, urineer.

I. 1. erger, slechter; pis que cela, erger nog; tant pis, des te erger; tant pis (pour lui), ’t is jammer (voor hem), ik kan er niets aan doen, dat moet hij maar weten; de pis en pis, hoe langer hoe erger; qui pis est, wat erger is; dire pis que pendre de qn., alle mogelijke kwaad van iemand vertellen; mettre qn. à faire pis (à...

s., pisse, wetter (it); (van dieren), mige.

...