Wat is de betekenis van Parade?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Parade

(Fr.), v. (-s), 1. uiterlijk vertoon: met iets parade maken. 2. ijdel vertoon: hij moest zoveel parade niet maken met zijn beetje kennis. 3. het ergens paraderen van mensen om zich te laten zien: de parade in de grote winkelstraten. 4. monstering van troepen, wapenschouwing: parade houden; — (spr.) grot...

2025-07-15
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

parade

parade.

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

parade

1) (1970) (< Dui.) (hockey, voetb.) redding van de doelman. • Met Kiel in de aanval scharnierde het geheel weer soepel. In de vijftiende minuut joeg de Kampenaar de gelijkmaker langs Pierce en elf minuten later scoorde Kamoen, na een glanzende parade van Kiel, het tweede doelpunt, dat Wales definitief de nek brak en het fel oprukkende oranj...

2025-07-15
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Parade

Parade - op het matje komen; voor de commandant verschijnen.

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

parade

parade - zelfstandig naamwoord uitspraak: pa-ra-de 1. feestelijke optocht van soldaten ♢ tijdens de parade demonstreerden de militairen hun wapens Zelfstandig naamwoord: pa-ra-de de parade ...

2025-07-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Parade

uiterlijk vertoon; monstering van troepen; afweren van een stoot (schermen)

2025-07-15
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Parade

(Fr. voor pronk), zoals bij lit de parade, cabinet de parade, armoire de parade.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

parade

militêre optog; wapenskouing; oefenplein; vertoon.