Parademaker
m. (-s), geurmaker, opschepper.
Marc De Coster (2020-2025)
(1913) (inf.) iemand die zich ijdel gedraagt; opschepper; windbuil. • Terwijl nu de parademaker van den „Moulin Rouge" dapper doende was met zijn fratsen, teneinde publiek te lokken, kwam de belanghebbende bij „De ondergang van Johnstown", een dikke Duitscher met zijn vrouw, de een al zenuwachtiger dan de ander, op het tentje toelo...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2007)
iemand die veel ‘parade’ maakt; bluffer; druktemaker. Volgens Henke ook ‘iemand die opschept met geld dat niet van hem is’. Verder nog bij Berns & Van den Braak.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: