Paraderen
pronken; parade houden
Van Dale Uitgevers (1950)
(paradeerde, heeft geparadeerd), 1. pralen, pronken: zij paradeert met haar juwelen, met haar deugd. 2. parade houden (ter inspectie, ter monstering): de troepen hebben heden geparadeerd; de matrozen paradeerden in het want, werden op het verdek gemonsterd (bij een feestelijke gelegenheid).
Jacon Kramers Jz (1948)
prijken, pronken; zich in t beste pak laten zien; zich prijkend vertonen; alleen voor vertoon dienen ; parade maken.
M. J. Koenen's (1937)
geparadeerd (1 mil. parade houden, zich in parade opstellen; 2 pronken op in het oog vallende wijze; pralen, vertoning maken): 1. de troepen laten paraderen; op schepen noemt men paraderen het staan van de manschappen in het want, op de nokken der raas enz. als eerbewijzing; 2. met paarlen paraderen.
Jozef Verschueren (1930)
(para'de:rən) (paradeerde, heeft geparadeerd) 1. parade maken, pronken, pralen : dat jongeheertje houdt van met zijn mooie kleren. 2. een militaire parade houden : de -de nationale garde.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(paradeerde, heeft geparadeerd), 1.pralen, pronken: zij paradeert met haar nieuwe bontjas; 2. parade houden (ter inspectie, ter monstering): de troepen hebben vandaag geparadeerd; de matrozen paradeerden in het want, werden op het verdek gemonsterd (bij een feestelijke gelegenheid).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: