Wat is de betekenis van Pan, pan?

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Pan, pan

I. Pan; Pan’s pipes, Pansfluit. II. pan; III. pan off (out), wassen [goudaarde]; IV. pan out, uitkomen, uitvallen; pan out well, heel wat opleveren, prachtig gaan of marcheren.