Wat is de betekenis van pan?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

pan

1) (19e eeuw) (inf.) rommel; bende; zootje; herrie. 'De hele pan': de hele rommel, de ganse bende, het zootje. Vandaar ook: warboel, herrie. Verwijzing naar datgene wat zich in een pan bevindt en dit in ongunstige zin. • De pandjesbaas woont in het benedenhuis; het ziet er daar nog al wonderlijk uit; zoo'n echte hurriewinkel - een pan, zooals...

2024-03-29
Jargon & Slang van Televisiemakers

Marc de Coster (2017)

Pan

Pan - afk. van Eng. panoramic = panoramisch; zwenking van de camera van links naar rechts of omgekeerd, in een horizontaal vlak. Zo wordt een personage gevolgd dat van de kast naar de tafel loopt of andersom. Soms verward met de rijer. Een zeer snelle pan noemt men ook zip(pan). In Nederlandse studio's worden de Engelse termen tilt-up en tilt-down...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pan

pan - zelfstandig naamwoord 1. voorwerp om eten in te koken of te bakken ♢ heb je de pan met aardappels al opgezet? 1. de kosten rijzen de pan uit [ze worden erg hoog] 2. de vij...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Pan

Naast de Nederlandse familienaam Pan, die als variant van De Pan kan worden beschouwd is er de Chinese naam Pan bijgekomen.