pace
(de; g.mv.) - snelheid, gang
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng. = eig.: pas, stap; snelheid; van OFr. pas, van Lat. passus = schrede, van pandere, passum = uitstrekken] vaart, snelheid.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. in: pace tua, met uw verlof; pace Mr. X, met alle respect voor X. II. stap, pas, trede, schrede; gang [v. paard]; tempo; go the pace, flink doorstappen of -rijden; er op los leven; aan de sjouw zijn; keep pace, gelijke tred houden; mend one’s pace, zijn tred verhaasten, wat aanstappen; set the pace, het tempo aangeven; at a great (brick, s...
A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)
vrede; rust; dar pace, met rust laten; esser pace, far pace, quitte zijn; giudice di pace, kantonrechter.
P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)
is een Engels woord, dat oorspronkelijk betekent „pas”, de afstand van een stap van hiel tot hiel in rechte lijn gemeten: 2 ½ Eng. voet of 30 inches. Voorts betekent het ook de wijze, de snelheid van het lopen of der voortbeweging in het algemeen. In Nederlandse sportkringen gebruikt men dit woord alleen in de betekenis van grot...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: