overdrijven (te ver gaan)
(overdreef, heeft overdreven), 1. te ver gaan met iets, geen maat houden: hij overdrijft alles; je mag wel aan sport doen, maar je moet (het) niet overdrijven (te ver gaan). 2. de grenzen van de waarheid te buiten gaan, vergroten, overdreven voorstellen: hij kan niet vertellen zonder te overdrijven (te ver gaan).