oplopen
oplopen - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-lo-pen 1. groter of hoger worden ♢ mijn schuld is opgelopen tot 1000 gulden 2. het krijgen zonder dat je het weet ♢ ik heb een vervelende ziekte op...
Muiswerk Educatief (2017)
oplopen - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-lo-pen 1. groter of hoger worden ♢ mijn schuld is opgelopen tot 1000 gulden 2. het krijgen zonder dat je het weet ♢ ik heb een vervelende ziekte op...
Walter De Clerck (1981)
1. In de verb. (hoog) oplopen met iem., iets, hoog (weg)lopen met, veel ophebben met, ingenomen zijn met Pia en Zoë mogen er geen aantijging in zien aan het adres van mijnheer pastoor. En evenmin een aanklacht tegen de catechismus. En de heilige geest, waarmede moeder Emke zo hoog oploopt, houdt hij er insgelijks buiten, TEIRLINCK 1952,...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., oprinne; (van kosten), oanrinne, -meppe, -knikke, -kneppelje, -knoffelje, der yn rinne; met iem. —, mei immen oprinne, meitraepje; (van ziekten), skypje, opdwaen; ergens schade van —, earne fan fetsje; (laten) — (van helling), oankrûnje.
Van Dale Uitgevers (1950)
(liep op, is en heeft opgelopen), 1. (onoverg.) naar boven, naar de hoogte lopen : tegen de dijk oplopen ; de vrouw liep bevend de trap op ; bij iem. komen oplopen, (ongevraagd) een bezoek brengen; 2. (van water) stijgen, rijzen : het water is opgelopen, hoger geworden ; — 3. (van deuren) bij het openen naar boven...
M. J. Koenen's (1937)
liep op, h. (1, 6), i. (bet. 1, 2, 3, 4, 5) opgelopen (1 naar boven lopen; 2 iem. bezoeken, gmz.; 3 zwellen, opzetten; 4 een groot bedrag of grote schuld vormen, doordat er steeds nieuw geld, of nieuwe schuld bijkomt; 5 beginnen te lopen; 6 krijgen, meestal ong.): 1. een trap oplopen; deze bergweg loopt sterk op; 2. kom bij gelegenheid eens oplope...
Jozef Verschueren (1930)
('op) (liep op, opgelopen) I. (heeft en is). 1. lopend naar boven gaan: (tegen) de dijk -. 2. Veroud. te hoop lopen. II. (is) 1. in 't voorbijgaan bezoeken: bij iemand -. 2. stijgen: de -de vloed; de prijzen lopen op. 3. opzwellen, oprijzen: zijn been is opgelopen. 4. naar boven gericht zijn: de ladder die naar de zolder opliep. 5...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: