oplettend
oplettend - bijwoord, bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-let-tend 1. met alle aandacht erbij ♢ oplettend keek zij om zich heen Bijwoord: op-let-tend Bijvoeglijk naamwoord: op-let-tend ... is oplettende...
Muiswerk Educatief (2017)
oplettend - bijwoord, bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-let-tend 1. met alle aandacht erbij ♢ oplettend keek zij om zich heen Bijwoord: op-let-tend Bijvoeglijk naamwoord: op-let-tend ... is oplettende...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. nauwkeurig acht gevend: een oplettend toeschouwer; — bw.: hij sloeg haar oplettend gade; 2. aandachtig luisterend, zich moeite gevend om een zaak in zich op te nemen en te verwerken : een oplettend leerling; 3. met voorkomendheid handelende (ten opzichte van iem.), alle beleefdheid in acht nemende...
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (aandachtig, nauwkeurig oplettend; opmerkzaam): een oplettend waarnemer, toehoorder; oplettend iets gadeslaan.
Jozef Verschueren (1930)
('lettənt) bn. en bw. (-er, -st) 1. nauwkeurig acht gevend: een waarnemer; iets gadeslaan. 2. aandachtig luisterend: een leerling. Syn. aandachtig. 3. alle beleefdheid in acht nemend: hij betoonde zich zeer jegens de genodigden.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), 1. nauwkeurig acht gevend: een toeschouwer; bw.: hij sloeg haar oplettend gade; 2. zich moeite gevend om een zaak in zich op te nemen en te verwerken: een oplettende leerling; 3. voorkomend, zorgzaam: hij was zeer oplettend jegens de dames.
J.H. van Dale (1898)
Oplettend bn. bw. (-er, -st), nauwkeurig achtgevend: een oplettend toeschouwer; — aandachtig luisterend, zich moeite gevend om eene zaak in zich op te nemen en te verwerken: een oplettend leerling; — alle beleefdheid in acht nemende : hij was zeer oplettend jegens Eline; — aandachtig, nauwlettend: eene oplettende zorg; oplettend g...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: