Oplettendheid
s., digerens, opmerksumens, omtinken (it).
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. aandacht, opmerkzaamheid: de president hoorde hem met de meeste oplettendheid aan; 2. (...heden) blijk of daad van opmerkzaamheid, voorkomendheid : hij bewees haar veel oplettendheden.
M. J. Koenen's (1937)
v., in bet. 2 oplettendheden (1 aandacht, het oplettend zijn; 2 kleine beleefdheid, attentie): 1. een proef met oplettendheid volgen; 2. iem. allerlei oplettendheden bewijzen.
Jozef Verschueren (1930)
('lettəntheit) v. (...heden) Eig. 1. het oplettend zijn: dat vereist een bestendige -. Syn. ➝ aandacht. 2. Metn. daad, blijk van beleefdheid, voorkomendheid: kleine ...heden hebben, bewijzen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: