oplegger
...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. persoon die oplegt, b.v. arbeider die granen oplegt in pakhuizen; 2. (sig.) klein blaadje tabak dat de bosjesmaker op het omblad legt, om dit sterker te maken; 3. (timm.) oplegscharnier; 4. bijwagen, volgwagen achter een tractor waarvan het voorste gedeelte steunt op de tractor; 5. opgelegd schip; 6. (veend.) langwerpige, smalle sch...
Marc De Coster (2020-2025)
(1985) (Amsterdam, politie) proces-verbaal dat enkel wordt opgemaakt voor de verzekering. • Beide rechercheurs schiften de zaken die bij hen zijn binnengekomen. Van de meeste gevallen wordt alleen voor de verzekering een proces-verbaal gemaakt - opleggen heet dat in het jargon van de Amsterdamse politie. Een hoofdstedelijke rechercheur: &bdquo...
CBS (2018)
Wegvoertuig voor goederenvervoer zonder vooras, dat zodanig is ontworpen dat een gedeelte van het voertuig en een belangrijk gedeelte van zijn lading op een trekker voor het wegverkeer rust. Toelichting Met ingang van september 2003 dienen aanhangwagens en opleggers te zijn voorzien van een geldig kenteken. Vanaf 2004 zijn deze categorieën opg...
Muiswerk Educatief (2017)
oplegger - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-leg-ger 1. aanhangwagen waarvan het voorste deel steun op de trekker ♢ ons bedrijf heeft een truck met oplegger Zelfstandig naamwoord: op-leg-ger de oplegger ...
Redactie Ensie (2016)
Een oplegger, ook wel trailer genoemd, is een aanhangwagen die geen eigen vooras heeft waardoor een groot deel van het gewicht op de trekker rust. De oplegger kan met behulp van een kingpin op de koppelschotel van de trekker gekoppeld worden. Er gelden maximale afmetingen voor een oplegger. Zo mag de lengte, gemeten vanuit het hart van de kingpin,...
Getty Research Institute (1990)
oplegger - Te gebruiken voor afneembare aanhangers voor het vervoeren van vrachten; voorzien van wielen aan de achterkant, waarbij de voorkant meestal rust op de achterkant van een trekker.
J.H. van Dale (1898)
Oplegger m. (-s), die oplegt enz.; — (timm.) krukhengsel, staarthengsel; — (sigarenin.) klein blaadje tabak dat de bosjesmaker op het omblad legt, om dit sterker te maken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: