Wat is de betekenis van mok?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mok

I. MOK v., huidontsteking aan de achterzijde van de koot bij paarden: gewone of vochtige mok; droge mok; II. MOK v . (-ken), 1. (gew.) zeemeeuw; 2. duif. III. MOK v. (-ken), 1. klein, rond koekje van meel en stroop: Gentse mokken. 2. (timm.) (Zuidn.) soort van halfrond blokje; 3. (Zuidn.) oorveeg. IV. MOK m. (-ken) (op Tessel) a...

2025-07-15
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

mok

drinkbeker met één oor. drinkbeker met één oor. Voorbeelden: Ik gooide de mokken van gisteravond leeg in de gootsteen en vulde ze opnieuw. Andy McNab, Crisis four, 2000 Voorzichtig neemt ze een slok, ze houdt de mok aan haar lippen. Karel Glastra van Loon, De passievrucht, 2000 In de mok di...

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mok

mok - Zelfstandignaamwoord 1. een (stenen) drinkbeker, meestal voorzien van een oor 2. (veeartsenij) een verzamelnaam voor verschillende vormen van huidirritaties en -ontstekingen aan de onderbenen van een paard, voornamelijk in de kootholte mok - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mokken ...

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

mok

mok - zelfstandig naamwoord 1. drinkbeker met een oor ♢wij drinken de koffie altijd uit een mok Zelfstandig naamwoord: mok de mok de mokken het mokje

2025-07-15
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

mök

(zn) kalf, lomperik EK, HP, LC.

2025-07-15
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

mok

(zn) mist EK, LC.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Mok

Incidentele (kusthollandse) benaming voor de Zilvermeeuw. "Zeemeeuw" geven NEW 1992, vD 1970 en vDE 1993 (sub Mallemok), Pannekeet 1990enB&TS 1995 op (1). (2) Het is ook een volksnaam voor de Noordse Stormvogel [B&TS 1995; ViF 1976 p.116]. In deze laatste betekenis mag men echter rustig uitgaan van verkorting van Mallemok ←....