Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

mok

betekenis & definitie

drinkbeker met één oor.

drinkbeker met één oor.

Voorbeelden:
Ik gooide de mokken van gisteravond leeg in de gootsteen en vulde ze opnieuw.
Andy McNab, Crisis four, 2000

Voorzichtig neemt ze een slok, ze houdt de mok aan haar lippen.
Karel Glastra van Loon, De passievrucht, 2000

In de mok die Tom had gebruikt, strooide ze de inhoud van een zakje instant-espresso voor één persoon.
Désanne van Brederode, Mensen met een hobby, 2001

Hij gaat naast Fleur zitten en schenkt de koffie in, voor de dames in de mokken en voor zichzelf in de dop.
Simone Duwel, Westenwind, 2001

Vervolgens haalt hij een volle koffiekan en wijdt hij zich in alle rust aan het vullen van zijn mok met suiker, koffie en poedermelk.
Ed van Eeden, Dossier vrouwenhandel, 2001