Wat is de betekenis van mok?

2024-03-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

mok

drinkbeker met één oor. drinkbeker met één oor. Voorbeelden: Ik gooide de mokken van gisteravond leeg in de gootsteen en vulde ze opnieuw. Andy McNab, Crisis four, 2000 Voorzichtig neemt ze een slok, ze houdt de mok aan haar lippen. Karel Glastra van Loon, De passievrucht, 2000 In de mok di...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mok

mok - Zelfstandignaamwoord 1. een (stenen) drinkbeker, meestal voorzien van een oor 2. (veeartsenij) een verzamelnaam voor verschillende vormen van huidirritaties en -ontstekingen aan de onderbenen van een paard, voornamelijk in de kootholte mok - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mokken ...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

mok

mok - zelfstandig naamwoord 1. drinkbeker met een oor ♢wij drinken de koffie altijd uit een mok Zelfstandig naamwoord: mok de mok de mokken het mokje

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

mök

(zn) kalf, lomperik EK, HP, LC.