Mok
I. MOK v., huidontsteking aan de achterzijde van de koot bij paarden: gewone of vochtige mok; droge mok; II. MOK v . (-ken), 1. (gew.) zeemeeuw; 2. duif. III. MOK v. (-ken), 1. klein, rond koekje van meel en stroop: Gentse mokken. 2. (timm.) (Zuidn.) soort van halfrond blokje; 3. (Zuidn.) oorveeg. IV. MOK m. (-ken) (op Tessel) a...