met zilveren hagel schieten
(19e eeuw) (i.p.v. hagel ook kogel) (sch.) wild kopen (om als jager niet met lege handen thuis te komen). Ook: iemand omkopen. • (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862) • Die Alfonsistische generaals hebben veel weg van jagers die hazen met zilveren hagel schieten. (De Grondwet, 29/08/1875) •...