Wat is de betekenis van mei?

2025-07-14
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mei

I. m., 1. vijfde maand van het jaar, Bloeimaand (31 dagen); — (spr.) een natte Mei geeft boter in de wei; — in de maand Mei leggen alle vogeltjes een ei; — Mei is een gewone termijn voor het huren van land, huizen, dienstboden, vandaar: Mei maken, verhuizen; Mei houden, (gew.) het vee in de wei j...

2025-07-14
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

mei

vijfde maand. vijfde maand van het jaar. Voorbeelden: Als de ambtenaar ouder is dan 60, komt er per jaar een extra vakantiedag bij. Tijdens de vakantieperiode ontvangt de ambtenaar gewoon zijn maandwedde. Daarnaast ontvangt hij in de loop van de maand mei nog extra vakantiegeld. http://socialsecurity.fgov.be/alles_wat_u_wilde_wete...

2025-07-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mei

mei - Zelfstandignaamwoord 1. de vijfde maand van het jaar. In Nederland valt dodenherdenking op 4 mei en bevrijdingsdag op 5 mei. Woordherkomst Komt van het Latijnse mensis Maius. Mogelijk is de maand vernoemd naar de Romeinse godin Maia, de godin van de aarde. S...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

mei

mei - zelfstandig naamwoord 1. de vijfde maand ♢in mei leggen alle vogeltjes een ei Zelfstandig naamwoord: mei