Wat is de betekenis van Meid?

1) (1980) (homotaal) aanstellerige homo. Zie ook: mijt*. • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (Arendo Joustra: Homo-erotisch woordenboek. 1988) 2) (17e eeuw) (pej.) prostituée, hoer: 'naar de meiden gaan.' Reeds bij Bredero. In het lesbische milieu (vnl. op de Amsterdamse Zeedijk) werd 'meiden' in de jaren ve...

meid - Zelfstandignaamwoord 1. (informeel) jonge vrouw ♢ Die meiden hadden weer eens een hoop lol. 2. (verouderd) werkster, dienstmeisje

meid - zelfstandig naamwoord 1. kind van het vrouwelijk geslacht ♢die meiden hebben veel lol vandaag 2. dienstmeisje ♢de meid moest vroeger de vloeren dweilen Zelfstandig naamwoord: meid ...

Meid - informeel voor ‘meisje, vrouw’; o.a. gebruikt in progressieve of feministische kring. Sinds eind jaren zeventig. In het algemeen klinkt meid nogal pejoratief en is meisje het neutrale woord. Voor de feministen getuigt echter juist die laatste verkleinvorm van geringschatting. Meid van 17 zoekt knullen om mee te schrijven, hou van funk, slape...

In Vl.-België, m.n. in personeelsadvert., nog vrij gewoon in toep. op een (dienst)meisje, dienstbode. Meid: zeer goede voor alle werk, Gazet v. Antw. 27/4/1977..

meid - wat aanstellerige homosexueel.

1. (de, -en(s)), meisje of (jonge) vrouw (soms geringschattend bedoeld, zoals in het tweede cit.). Ik draaide in die tijd met bijna de halve school, al die meidens waren gek op me... (Rappa 1981: 43). Dus wil je partij kiezen voor die onbeschaafde meidens van LTT (BN 120: 91; 1980). 2. (de, -en), dienstmeisje. Hij vergat bijna dat er iets vervelen...

Bantoe- of kleurlingvrou, vroulike nie-blanke.

s., faem, pl. fammen; jongfaem; (dienstbode), faem; eerste —, greatfaem; tweede —, lytsfaem; stevige — fodze.