Wat is de betekenis van Lichaam?

2023-12-01
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lichaam

lichaam - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) een geheel van botten, vlees en organen van een mens of dier 2. (figuurlijk) een instantie 3. (figuurlijk) een hoeveelheid materie met een bepaalde vorm Synoniemen [1] lijf [2] instantie, instelling, korps

2023-12-01
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lichaam

lichaam - zelfstandig naamwoord uitspraak: li-chaam 1. geheel van botten, organen, spieren waaruit een mens bestaat ♢ haar hele lichaam deed pijn 2. middelste deel van een mens ♢ je armen en ben...

Direct alle resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-01
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Lichaam

Lichaam - aanspreekvorm voor een onbekend persoon. Hé, lichaam, kom eens hier! Vgl. huppeldepup, Figuursma.

2023-12-01
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

lichaam

Geheel van botten, organen, weefsels, vloeistoffen enzovoort waaruit mensen en dieren bestaan. Het woord ‘lichaam’ is afgeleid van het oude woord ‘lijkhaam’. ‘Lijk’ betekende vroeger ‘vlees’ en ‘haam’ betekende ‘omhulsel, wat eromheen zit’. Meestal wordt met ‘lichaam’ het middelste deel van je lijf bedoeld. Dat is de romp oftewel je lichaam behalve...

2023-12-01
Lexicon antroposofie

Henk van Oort (2010)

Lichaam

Verwijst in algemene zin naar de in aardse materie verschijnende geestelijke principes. Vaak voorkomend als begrip in de reeks: lichaam, ziel, geest. Het menselijk lichaam wordt doorgaans aangeduid met de term: het fysieke lichaam. In de antroposofie wordt ervan uitgegaan dat de mens niet een lichaam is, maar een lichaam heeft.

2023-12-01
Lexicon van de Ethiek

Jean Pierre Wils (2007)

Lichaam

De termen lichaam, lijf en lichamelijkheid verwijzen naar het fysische aspect van het menselijk leven, dat in zijn eindigheid (geboorlijkheid en sterfelijkheid) is erkend. Deze bepaling vindt men in ieder geval bij uiteenlopende denkers. Augustinus schreef rond 428: 'Wij verstaan onder lichaam de tijd van leven in het lichaam’ (fiber de praedestina...

2023-12-01
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

lichaam

Lijk. Het WNT citeert o.a. het ‘Groot Placaatboek’ (ca. 1610) en J.J. Orlers (‘Beschrijvinge der Stadt Leyden’. 164 x). De dwang om je immer ‘politiek correct’ te uiten, neemt vaak absurde vormen aan. Het New England Journal of Medicine deed eind jaren negentig de aanbeveling om een lijk maar liever een ‘niet-levende persoon’ te noemen. Een synonie...

2023-12-01
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

lichaam

zie gesteld.

2023-12-01
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

lichaam

Uit welke woorden is lichaam opgebouwd? a uit de Griekse woorden lichnos (‘begerig’) en chamos (‘vergankelijk’) b uit lichten (‘optillen, verrijzen’) en adem (‘geest’) c uit lijk (‘vlees’) en haam (‘omhulsel’).

2023-12-01
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Lichaam

Het lichaam en z’n functies symboliseren meestal psychische belangen. Met een lichamelijk gebrek wijst het onbewuste op zwakke punten in de psyche en de geest. Wie in een droom tevreden is over z’n lichaam, kan in de waaktoestand op z’n geestelijke kracht vertrouwen. Gaat het lichaam in rook op, dan zal de gezondheid van de psyche...

2023-12-01
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

lichaam

Stoett (1932: 90) schrijft: “Men zwoer en vloekte bij al wat heilig was,” en hij citeert: bij al tgeen god almachtig aan zijn gebenedide lichaam mach hebben; bij goids lichaam gebenedijt. De betekenis van deze vloeken is duidelijk ‘bij alles wat God aan zijn lichaam heeft, bij Gods gezegende lichaam’. zie Dionysius.

2023-12-01
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Lichaam

Het eerste deel van de samenstelling is het woord lijk, dat: (dood) lichaam betekent en dat wij ook terugvinden in likdoorn: doorn in het lichaam en in litteken: teken op het lichaam. Het tweede deel is kaam, een woord dat nog gebruikt wordt in de betekenis: gareel waarin een paard loopt, maar dat oorspronkelijk werd gebruikt voor ieder bekleedsel,...

2023-12-01
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

LICHAAM

en lichamelijkheid behoren tot de wezensstructuur van de mens, die daardoor in de tijd-ruimtelijke wereld geplaatst is. Men heeft zijn lichaam niet op dezelfde wijze waarop men een pak aan heeft. Het is geen uitwendige bekleding, doch wezensbestanddeel van de mens. Alle menselijke levensuitingen hebben daarom ook een lichamelijk karakter en de ziel...

2023-12-01
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Lichaam

lichamelijk, zie soma, somatisch.

2023-12-01
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lichaam

s.n., lichem (it), liif (it), lea pl., hûd, bealch, puchel, pochel.

2023-12-01
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Lichaam

(1) (meetk.), alzijdig begrensd deel der ruimte; (2) (mechanica) voorwerp, waarvan de samenstellende delen steeds gelijke afstanden tot elkaar hebben; het is star en bezit een massa; staat in zekere zin tegenover het stoffelijk punt.

2023-12-01
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

LICHAAM

(1, werktuigkunde) of vast lichaam noemt men een stoffelijk stelsel, dat de eigenschap heeft, dat de onderlinge afstanden der deeltjes onveranderlijk blijven, waaruit kan worden afgeleid, dat de stand van het stelsel van zes parameters afhangt, of, wat hetzelfde is, dat het stelsel zes graden van vrijheid bezit en de beweging door zes bewegingsverg...

2023-12-01
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lichaam

o. lichamen, lichaampje (1 het lijf van mensen en dieren; 2 romp; 3 begrensd deel der ruimte, al wat drie afmetingen heeft; 4 vereniging van personen: genootschap, college, organisme): 1. een gezond, sterk, welgemaakt lichaam; de mens bestaat uit ziel en lichaam; 2. het hoofd v. h. lichaam scheiden; 3. vaste, vloeibare en gasvormige lichamen; de re...

2023-12-01
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Lichaam

i/d wisk. elk begrensd deel der ruimte; een l. heeft 3 afmetingen.

2023-12-01
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Lichaam

1° (nat. hist.) het geheel van weefsels en organen (bij eencelligen: organellen), waaruit een dierlijk of plantaardig organisme bestaat. Voor de opvatting van het l. door de theosofen, zie → Theosophie. 2° Wiskunde, a) Algebra. Een verzameling getallen of functies vormt een l., wanneer de bewerkingen optelling, aftrekking, vermenigvu...