Wat is de betekenis van Landsheerlijkheid?

2024-04-29
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Landsheerlijkheid

Landsheerlijkheid, soevereiniteit; → heerlijkheid (in juridische en territoriale zin), waarvan de bezitter aan geen hoger gezag is onderworpen. De gewesten die thans de koninkrijken Nederland en België vormen, gaan alle terug op oude landsheerlijkheden. Het tijdvak tussen circa 1000-1581 wordt wel aangeduid als het landsheerlijke tijdperk, omdat he...

2024-04-29
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

LANDSHEERLIJKHEID

heerlijkheid m de Middeleeuwen ontwikkeld uit het leenstelsel en het allodiaal grondbezit, met reeks bevoegdheden als bestuur en rechtspraak, hoge, middelbare en lage jurisdictie; de heerlijkheden ontstonden door verovering, huwelijk, bij erfenis, koop, het in leen krijgen van de vorst. De heerlijke rechten werden in de Franse tijd, eind 18de eeuw,...

2024-04-29
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

LANDSHEERLIJKHEID

De landsheerlijkheid is in de middeleeuwen ontstaan uit de ontwikkeling van het → leenstelsel, maar ook uit het → allodiaal grondbezit. Uit de leenman-vazal, die in de Karolingische tijd belast werd met de uitoefening van openbare ambten, ontwikkelde zich door het erfelijk worden van het leen de landsheer, die onafhankelijk van de leenhee...

2024-04-29
Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Landsheerlijkheid

soevereiniteit; heerlijkheid (abstr. en concr.) waarvan de bezitter niet aan een hoger landrechtelijk gezag is onderworpen. De gewesten die thans de koninkrijken Nederland en België vormen, gaan alle terug op oude landsheerlijkheden. Het tijdvak tussen ca.lÜ00-1581 wordt in de nationale geschiedenis wel aangeduid als het landsheerlijke ti...

2024-04-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

LANDSHEERLIJKHEID

is de wetenschappelijke naam voor een heerlijkheid, welker bezitter niet aan een hoger landrechtelijk gezag is onderworpen. Men kan zeggen, dat de landsheerlijkheid de souvereiniteit omvat, mits men slechts bedenkt, dat het moderne staatsbegrip aan de Middeleeuwen vreemd was en dus ook de term „souvereiniteit” niet in de moderne technis...

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

landsheerlijkheid

v., soevereiniteit; heerlijkheid (abstr. en concr.) waarvan de bezitter niet aan een hoger landrechtelijk gezag is onderworpen. De gewesten die thans de koninkrijken Nederland en België vormen, gaan alle terug op oude landsheerlijkheden. Het tijdvak tussen ca.1000-1581 wordt in de nationale geschiedenis wel aangeduid als het landsheerlijke tij...

Gerelateerde zoekopdrachten