Wat is de betekenis van koude?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

koude

lage temperatuur. eigenschap van het koud-zijn of toestand waarin het koud is; lage temperatuur; kou. Vaak in toepassing op een lage omgevingstemperatuur, een koude luchtgesteldheid, koud weer of een koud klimaat. Tegenwoordig minder gebruikelijk dan kou. Voorbeelden: Door de koude waren leidingen van de boot gesprongen, waarn...

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

koude

(19e eeuw) (Barg.) lijk. • Koude, (barg.), lijk. (Taco H. de Beer & Eliza Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)

2024-04-20
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Koude

Koude is net als koele in 1881 voor het eerst gesignaleerd, in Gent. Men spreekt daar - nog altijd - van een kewe of kèwwe. Het gaat hier vanzelfsprekend om een koud geserveerd borreltje. Bleef de borrel naam koele beperkt tot Gent, koude is ook in Noord- Brabant aangetroffen, als kaauwe. Van een dronkeman zei men vroeger hij heeft hem koud gebruik...

2024-04-20
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Koude

Altijd een aanwijzing voor het feit, dat men het innerlijk koud heeft. Dit kan een waarschuwing zijn om bijtijds iets te ondernemen tegen een mogelijke ziekte of eenvoudigweg tegen gevoelloosheid en harteloosheid. (Zie ook ‘Bibberen van de kou’).

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Koude

s., kjeld; — in de meimaand, swartehagekjeld, swartehagemaeije, -winter; vochtige —, wetterkjeld; — lijden, kjeldlije; — op de maag, kjeld yn it liif; door — ongesteld worden, forkjeldzje, jin forlije litte; er is — op komst, it waer is, de loft liket kjelderich.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Koude

KOU, v., g. mv., 1. eigenschap of toestand waarbij warmte (schijnbaar) ontbreekt, feitelijk slechts in geringe graad aanwezig is, bep. in verhouding tot de lichaamswarmte ; lage temperatuur, het tegendeel van warmte : de koude van de stenen vloer ; de kou van een drank af doen, die eventjes verwarmen, zodat men hem drinken kan ; &mdas...

2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Koude

Deze wordt in sommige meteorologische diensten door de heerschende luchttemperaturen bepaald, als volgt: vrij koud = tusschen +5° en 0°C; koud = tusschen 0° en —5°C; zeer koud = lager dan —5° C.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

koude

('koudə) v. I. Eig. het koud (1) zijn, lage temperatuur, koud weer : de – is ingevallen; in de – lopen; de – van de winter; bijtende, snerpende, Siberische –. Gez. de – dringt door merg en been, het is zeer koud; de kou(de) is uit de lucht, ook Fig. er is geen gevaar meer; uit de kou(de) zijn, uit de moeilijkheid...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Koude

is een der machtigste genezende factoren, welke de geneeskunde bezit. Haar invloed op het organisme is veelzijdig. Ten eerste onttrekt zij aan het deel, waarmede zij in aanraking wordt gebracht, warmte, en indien deze werking slechts sterk genoeg is, of de K. over een voldoende uitgebreidheid wordt aangewend, zal deze plaatselijke warmteonttrekking...