Wat is de betekenis van korrel?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

korrel

korrel - Zelfstandignaamwoord 1. een enkele zaad van graan Voor volkorenbrood gebruikt men meel waarin de gehele korrel is verwerkt.. 2. basisdeeltje waaruit een granulair, korrelig materiaal bestaat Bij klei zijn de afzonderlijke korrels uiterst klein....

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

korrel

korrel - zelfstandig naamwoord uitspraak: kor-rel 1. klein, rond, hard onderdeeltje van een bepaalde stof ♢ als hij gegeten heeft vinden we overal korrels hagelslag 1. je moet dat met een korreltje zout nemen ...

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

korrel

ronde, harde liggaampie; visierknoppie voor aan geweer; klein, harde graansaadjie; een v/d ronde vruggies van ‘n druiwetros; wollerige klompie hare van Bantoe; gekorrel, mik, loer deur een oog; druiwekorrels van tros eet voordat hele tros ryp is; korrels vorm.

2024-04-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Korrel

Algemene, botanisch niet nauw omschreven aanduiding voor niet te grote zaden, vruchten of soortgelijke organen. Bij bieten b.v. is de korrel een verzameling van zaadjes in een vruchtkluwen, dat ook delen van de bloem bevat, terwijl ook bij de granen en grassen bloemdelen (de kafjes) meedoen aan de opbouw van de korrel.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Korrel

s., kerl, koarel; witte -s in boter, sap-, sûpkerlen.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Korrel

v. (-s, soms -en), 1. graantje, zaadje met vruchtwand bij graangewassen: graan met zware korrels; een korrel maïs ; — ook voor het zaad van andere vruchten ; — in vaktaal: druif; 2. elk der kleine, rondachtige, harde lichaampjes waaruit sommige stoffen of massa’s bestaan of waarin een stof verdeeld is: een k...

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

korrel

v. -s, -en, korreltje; 1. rondachtig, vast lichaampje: een korrel zand, een korrel graan; met een korreltje zout, cum grano salis; 2. decigram: een korrel goud; 3. vizierkorrel: de aanvallers op de korrel nemen, op hen mikken.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Korrel

Het zilver, dat bij het ontwikkelen van een photographisch negatief wordt afgescheiden en het beeld opbouwt, vormt geen samenhangende laag, maar bestaat uit geïsoleerde deeltjes. Deze deeltjes ontstaan elk door reductie van een halogeen-kristal. Met behulp van een sterke vergrooting (microscoop) kan men ze waarnemen. Ook met een goede loupe ka...