Wat is de betekenis van kluis?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kluis

1) (17e eeuw, vero.) (euf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Het WNT citeert 'Grove-Roffel ofte Quartier des Amsterdamsche Mane-Schijn' uit 1639: "'t Meisje liet haer voort belesen, Want het schorte inde kluys". Vgl. woorden met inhoudelijke grondbetekenis zoals aktentas*; brievenbus*; doos*; eierkorf*; emmer*; envelop*; garage*; hok (5)*; kelder* enz. &b...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kluis

kluis - Zelfstandignaamwoord 1. een tegen inbraak en brand beveiligde kist of kast Sieraden bewaart men vaak in een kluis. kluis - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kluizen ♢ Ik kluis 2. gebiedende wijs van klui...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kluis

kluis - zelfstandig naamwoord 1. kast die niet kan verbranden (voor waardevolle spullen) ♢ mijn diploma's liggen in de kluis Zelfstandig naamwoord: kluis de kluis de kluizen het...

2024-04-29
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

kluis

kluis - Meestal veilige bewaarplaats bij een bank of commissionair waar effecten fysiek bewaard kunnen worden.

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Kluis

[v. MLat. clusa of clausus, van Lat. claudere, clausum = sluiten] 1 verblijf van een eremiet, kluizenaar; 2 braak- en brandvrij vertrek of kast(je) ter bewaring van waardepapieren, kostbaarheden e.d.

2024-04-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

kluis

kluis - Afsluitbare ruimten om waardevolle voorwerpen veilig in te bewaren. Ze zijn gewoonlijk gemaakt van staal.

2024-04-29
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

KLUIS

In de middeleeuwen komen we het telkens tegen dat mannen, maar vooral ook vrouwen zich lieten insluiten in een kluis, in of bij een kerk. Dit gold als een vroom werk; zich zelf wegschenken aan God. Uit Axel is zo bekend Elisabeth van Heyne, die aldaar in 1448 uit Sluis was komen wonen. Toen zij weduwe werd, deed zij de gelofte van zuiverheid en gaf...

2024-04-29
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

kluis

kluis - vr. geslachtsorgaan (vgl. prieel), 't Meysje liet haer voort belesen, Want het schorte (er ontbrak 90 iets, V.) in de kluys, Quartier d. Amst. Mane-Schijn B 2 v° [1639].

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kluis

pondok, sel, hut; woning van kluisenaar; brandkas.