kleintje
1) (18e eeuw) (euf.) vrouwelijk schaamdeel. Een synoniem is kleinigheid*. • Wyl je 't niet geloven wilt, wil ik u eens zeggen, hoe dat uw kleintje, je weet wel, is? (Nieuwe Snakeryen of Vermakelyke Historien. 1732, geciteerd in WNT) 2) (1987) (euf.) kleine boodschap; urineren. • ‘En piesen zeggen wij ook niet’,...