Wat is de betekenis van Kleintje?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kleintje

1) (18e eeuw) (euf.) vrouwelijk schaamdeel. Een synoniem is kleinigheid*. • Wyl je 't niet geloven wilt, wil ik u eens zeggen, hoe dat uw kleintje, je weet wel, is? (Nieuwe Snakeryen of Vermakelyke Historien. 1732, geciteerd in WNT) 2) (1987) (euf.) kleine boodschap; urineren. • ‘En piesen zeggen wij ook niet’,...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kleintje

kleintje - Zelfstandignaamwoord 1. een persoon van klein formaat, kind, peuter Pas jij even op de kleintjes? 2. een zaak van klein formaat We hebben alleen wat aan die flinke schelpen, gooi die kleintjes maar weer terug. 3. kleine bedragen, kle...

2024-04-27
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Kleintje

Kleintje is vooral in Antwerpen en in de Vlaamse en Nederlandse provincies Brabant en Limburg is kleintje nog altijd een veelvgebruiktevnaam voor een 'klein glaasje sterke drank'. In Hasselt werd kleintje omstreeks de eeuwwisseling ook gebruikt voor een halfvol borrelglas. 'Met een klontje suiker erin', zo heet het ergens, 'was het glaasje volledig...

2024-04-27
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

kleintje

1. Kleine kaart, d.w.z. iedere 2, 3, 4, 5 en 6. Een 7, 8 of 9 wordt vaak eveneens als een ‘kleintje’ beschouwd, maar is formeel een middenkaart. 2. Commando van de leider aan de dummy om de laagste kaart in de gevraagde kleur bij te spelen.

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kleintje

kleintje - zelfstandig naamwoord uitspraak: klein-tje 1. iemand die klein is, of iets wat klein is ♢ hij bestelde een kleintje pils 1. vele kleintjes maken één groot [alle beetjes helpen]...

2024-04-27
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

kleintje

(1) kleine boodschap*; het urineren. Vaak gezegd tegenover kinderen. ‘En piesen zeggen wij ook niet’, vervolgt tante Roosje. Ik dacht juist dat piesen netjes was en alleen pissen of zeiken niet mocht. ‘Fatsoenlijke mensen hebben het over ‘een kleine boodschap’ of ‘een kleintje’. Sal Santen: Heden kijkdag. 1987 (2) in de achttiende eeuw ee...

2024-04-27
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Kleintje

een - doen informele uitdr. voor ‘urineren’.

2024-04-27
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

kleintje

(het, -s), (ook:) 1. jong (maar niet ‘mensenkind’). Tante had hier een héél grote mand besteld voor haar Duitse herdershond, die kleintjes moest krijgen (I. v.d. Werft in Bauxco Nieuws, febr. 1965: 13). 2. plas. Ik heb een kleintje gedaan in mijn broek (van Cappelle 274). -Etym.: Bet. 1 komt ook voor in AN, echter veel m...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kleintje

s.n., lytske (it), lytskert; (baby) lytse, lyts (it); hij is niet voor eenvervaard, hy is fan gjin bytsje forfeard, fan in bytsje net forfeard, hy bizet net fan ien brims.