Wat is de betekenis van Klei?

2023-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klei

klei - Zelfstandignaamwoord 1. (geologie) een klastisch sedimentair gesteente, dat voor meer dan 25% bestaat uit lutum: gronddeeltjes kleiner dan 2 µm 2. (mineraal) een verzamelnaam voor een aantal silicaten met een gelaagde structuur klei - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kleien ...

Lees verder
2023-03-29
Historische collectie Nederland begrippenlijst

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

klei

Klei is een grondsoort geclassificeerd op basis van een minimaal gehalte van lutum en een maxima gebonden aandelen grovere componenten en organische stof.

2023-03-29
Bodemrichtlijn begrippenlijst

Rijkswaterstaat (2017)

Klei

Klei is een grondsoort met een samenstelling van 8-100% lutum (deeltjes <2 μm), 0-75% silt (deeltjes 2-63 μm).

2023-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

klei

klei - zelfstandig naamwoord 1. vette, vruchtbare grondsoort ♢ deze aardappels groeien het best op kleigrond 1. boetseerklei [klei om mee te boetseren] 2. hij is uit de klei get...

Lees verder
2023-03-29
Begrippenlijst Ziender Ogen Kunst

F. Remmers, H. Engbersen (2006)

Klei

Zachte grondsoort die makkelijk te modelleren is. Klei kun je laten drogen en bakken.

2023-03-29
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

klei

Klei is een zachte grondsoort die ontstaan is in de bergen uit gesteente; door de bijzondere samenstelling kan klei gebakken (± 700°C) worden waarna het hard is en niet meer vervormbaar; het gesteente wordt door gletsjers en rivieren meegevoerd en door ontelbare botsingen verpulverd zodat het als een fijne grondsoort door water wordt afgezet; deze...

Lees verder
2023-03-29
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Klei

Gehucht in de gemeente De Marne ten N.O. van Ulrum, genoemd naar de grondsoort; in 1845 vermeld als De Klei.

2023-03-29
Woordenboek Populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Klei

1. er is - aan de kloet, er zit veel geld. Cliché. 2. uit de - getrokken, lomp, boers, onbehouwen. Klei-os; kleikonten kleiklauwer zijn scheldwoorden voor iemand uit de provincie. ‘Ze komme uit Groningen,’ wist Boost en trok zijn afzakkende broek op; ‘uit Peize: twee huizen en ’n drooglijn. Ze benne met zeven paarden uit de klei getrokken.’ (Jan M...

Lees verder
2023-03-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

klei

klei - Een aarden materiaal waarvan waterhoudend aluminiumsilicaat het belangrijkste bestanddeel is. Het wordt kneedbaar als het nat is en permanent gehard nadat het is gebakken.

2023-03-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Klei

een door verwering van veldspaat zich vormend waterhoudend aluminiumzout van de kiezelzuren. In zeer zuivere vorm heet het porseleinaarde (kaolien), normaal is het o.a. door ijzeroxide verontreinigd. Een bijzonderheid van klei is dat de vorm die men het in natte toestand geeft, bij drogen en bakken behouden blijft; daarom is het grond...

Lees verder
2023-03-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

KLEI

Een grondsoort met veel kleine minerale deeltjes, afgezet door zee of rivieren. Een der ‘zwaardere’ gronden tegenover de 'lichtere’ zandgronden. ‘Zwaar’ en ‘licht’ slaan op de weerstand bij spitten en ploegen. Het verschil ligt in het percentage lutum (deeltjes met een korrelgrootte onder 2 fi). Indeli...

Lees verder
2023-03-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Klei

is een grondsoort, welke veel kleine minerale deeltjes bevat en afgezet is door de zee of door rivieren. K. behoort tot de z.g. zwaardere gronden in tegenstelling tot de lichtere gronden, die voorn. bestaan uit zandgronden. De woorden zwaar en licht hebben hier betrekking op een resp. groter of kleiner percentage afslibbare delen, d.w.z. deeltjes m...

Lees verder
2023-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Klei

s., klaei; van zwarekomend, wreedlânsk.

2023-03-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Klei

kleiaarde, klei.

2023-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klei

v., g. mv., 1. grijstot geelachtige, sterk samenhangende, enigszins klevende, vruchtbare grondsoort, ontstaan door afzetting van verweringsproducten door rivieren, in hoofdzaak bestaande uit aluminiumsilicaat gemengd met plantaardige en dierlijke stoffen: alluviale en diluviale klei; vette of lange klei; magere of korte klei (deze bev...

Lees verder
2023-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Klei

kneedbaar verweringsproduct van veldspaathoudende gesteenten. Is de klei sterk verontreinigd met ferri-oxyde, Fe2 O3 en zand, dan spreekt men van leem.

2023-03-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

KLEI

is een zeer fijnkorrelig (pelietisch) sediment, dat in natte toestand plastisch, kneedbaar is en door sterke verhitting (bakken) hard wordt. Door uitdrogen wordt klei brokkelig, verkrijgt talrijke barstjes en kan dan tot fijn poeder gewreven worden. Klei kan plaatselijk door verwering ontstaan en is dan een verweringsresidu. De grootste hoeveelhede...

Lees verder
2023-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

klei

v. (soorten) -en (1 aard- of grondsoort; 2 grond [land]streek, waar klei het hoofdbestanddeel v. d. bodem is): 1. gele of Limburgse klei; beeldjes uit klei gebakken; vette klei; 2. de gewassen op de klei.

Lees verder
2023-03-29
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Klei

aardsoort, ontstaan door verweering v. gesteenten, v. verschill. samenstelling en kleur; wordt gebruikt v/h vervaardigen v. steenen en kunstvoorwerpen, smeltkroezen, enz. Naar gelang v/d vindplaats onderscheiden in rivier-, zee- en beek-k., welke alle met zand vermengd zijn en daardoor vruchtbaar. Limburgsche k. → Loss.

Lees verder
2023-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Klei

noemt men het fijnkorrelige (pelietische) bezinksel uit het water van rivieren, meren en zeeën. K. bestaat uit een innig mengsel van amorphe waterhoudende aluminium-silicaten (hydrogelen) en uit gekristalliseerde mineralen. Deze bestanddeelen stellen voor de resten van de atmosferisch verweerde aluminium-silicaathoudende mineralen van de geste...

Lees verder