klein
klein - bijvoeglijk naamwoord 1. wie of wat weinig ruimte inneemt ♢ ze is klein voor haar leeftijd 1. een klein eindje [een kort stukje] 2. ik krijg hem wel klein ...
Muiswerk Educatief (2017)
klein - bijvoeglijk naamwoord 1. wie of wat weinig ruimte inneemt ♢ ze is klein voor haar leeftijd 1. een klein eindje [een kort stukje] 2. ik krijg hem wel klein ...
drs. Toine van Hoof (2017)
1. Van een kleur: kleintje van die kleur. Voorbeeld: een kleine schoppen. 2. Commando van de leider aan de dummy om de laagste kaart in de gevraagde kleur bij te spelen. 3. Kort voor: met één kleintje. Bijvoorbeeld: heer-klein.
Peter Bakema (2003)
- van kleins af aan, van jongs af aan, van kindsbeen af. Van kleins af proberen kinderen hun ouders op allerlei manieren na te bootsen. - GvA, 13-09-2002. zie garnaal.
Marc de Coster (1998)
1. de -e jongen, schertsende ben. voor het mannelijk lid. Vgl. ook het Duitse kleiner junge; klei- nerHerr. Zie ook zijn jongeheer een henadjegeven. Een grotejongen is een penis in erectie. Vgl. liever een kleine die steigert, dan een grote die weigert. 2. Wat nu, -e man?, titel van een boek van Hans Fallada (Kleiner Mann was nun?, 1932). Ondertuss...
Liek Mulder (1994)
Klein, Gerrit, Nederlands politicus, *4.9.1925 Den Helder. Klein studeerde van 1942-1945 wis- en natuurkunde aan de Gemeente Universiteit in Amsterdam; hij weigerde de → loyaliteitsverklaring te tekenen en werd in mei 1943 naar Duitsland gedeporteerd. In 1944 slaagde hij erin terug te keren. Klein nam na de bevrijding van Noord-Brabant dienst als o...
Getty Research Institute (1990)
klein - Van geringe omvang of betrekkelijk beperkte afmetingen, vooral in vergelijking met andere, soortgelijke zaken.
Walter De Clerck (1981)
In de verb. van kleins af (aan), van jongs af (aan), van kindsbeen af. De bescheiden mama van Fonske Tierens zingt den lof van haren zoon die van heel kleins af een stil en vroom kind is geweest, WALSCHAP 1939, 35. Onze Walter is altijd een komediant geweest, van kleins af aan al kon hem met ons voeten spelen, Gehoord te Boom, mei 19...
J. van Donselaar (1936)
: zie klein(e) bamboe, birambi, boshert, droge tijd, fajalobi, foengoepalm, goudenregen, markoesa, marmelade, natte tijd, paloeloe, pingping, regentijd, tong, trens, warimbo.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: