klap, diversen)
m. (-pen), 1. het geluid van iets dat barst of ontploft: toen hij het vuurwerk aanstak, gaf het een geduchte —; (zegsw.) dat is de op de vuurpijl, het allesbekronende slot, de kroon op het werk; het hoogste effect; 2. geluid van iets dat op of tegen iets anders aan slaat: hij sloeg het boek met een dicht; (bij machinisten) zuigerslag: het aa...