kanten
...
Wiktionary (2019)
kanten - Werkwoord 1. zich verzetten tegen 2. (ov) vlak, recht maken kanten - Bijvoeglijk naamwoord 1. van kant vervaardigd kanten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kant Woordherkomst afgeleid van kant met het achtervoegsel -en
Muiswerk Educatief (2017)
kanten - regelmatig werkwoord uitspraak: kan-ten 1. proberen het te laten ophouden of niet door te laten gaan ♢ hij heeft zich gekant tegen dat plan Regelmatig werkwoord: kan-ten ik kant ...
J. van Donselaar (1936)
(kantte, heeft gekant), voeden van een baby door deze volgens een bepaalde methode vol pap te gieten. Zij [de slavinnen] houden hunne kinderen den buik ten allen tijde gespannen door middel van het zoogenaamde kanten, dat is, het kind op den rug over den schoot leggen, met de voeten tegen den buik der moeder en het hoofd naar beneden, en hetzelve v...
Fa. A.J. Osinga (1952)
1. adj., kanten; — strook, nedzje; 2. v.; zich — tegen, jin (oan)kantsje forsette tsjin.
Van Dale Uitgevers (1950)
(kantte, heeft gekant), 1. kant maken, behakken, beslaan : een steen kanten ; balken kanten ; 2. iets op zijn kant plaatsen, zetten ; 3. kantelen, omvallen ; 4. met vijandige bedoeling richten, stellen tegen : kracht tegen kracht gekant (Staring) ; thans alleen wederk. : zich tegen iets of iem. kanten, zich er...
M. J. Koenen's (1937)
I. kantte, h. gekant (1 kant maken; 2 omwentelen; 3 refl. met tegen: zich verzetten tegen, zich schrap zetten tegen): 1 een steen kanten; 2 een boomstam omwentelen of kanten; 3 zich kanten tegen iem. of iets; zie g e k a n t. II. bn. (van kant): een kanten kraagje.
Jozef Verschueren (1930)
I. (kantte, heeft gekant) 1. op zijn kant zetten: molenstenen -. 2. verzetten: zich tegen iemand, iets -. ➝ gekant. II. bn. van kant: een kraagje. III. bn. kant maken: een balk, steen -.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: