Wat is de betekenis van kabeljauw?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kabeljauw

Het begrip kabeljauw heeft 6 verschillende betekenissen: 1) iets kleins groeit (niet) uit tot iets groots 2) grote vis met een baarddraad en een lichte streep over de zijkant die in het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan leeft 3) aanhangers van Willem V die met de Hoeken (of Hoeksen), de aanhangers van Margaretha van Beieren, in de vijftiend...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kabeljauw

kabeljauw - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) (vissen) Gadus morhua, middelgrote zoutwatervis, uitstekende consumptievis, bedreigd door overbevissing

2024-04-26
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Kabeljauw

Kabeljauw - er kan nog een kabeljauw onderdoor: er is nog geld, wijn genoeg. Eig. er is nog genoeg water onder de kiel.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kabeljauw

kabeljauw - zelfstandig naamwoord uitspraak: ka-bel-jauw 1. zeevis die 150 cm lang kan worden en die mooi, wit vlees heeft ♢ we eten vanavond gestoomde kabeljauw Zelfstandig naamwoord: ka-bel-jauw de kabeljauw...

2024-04-26
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

kabeljauw

Zoutwaterrondvis en behoort tot de z.g. ‘beenvissen’. Het vlees is grof vezelig en enigszins droog. Kabeljauw komt in aanmerking voor eenvoudige gestoofde of gekookte visgerechten en dient dan begeleid te worden door een smakelijke saus of gesmolten boter.

2024-04-26
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

KABELJAUW

→ Zeevissen.

2024-04-26
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Kabeljauw

een vis van 1 tot m lengte, die tot 50 kg zwaar wordt. Hij is van betekenis voor de consumptie en voor de winning van levertraan. De voornaamste gebieden waar hij gevangen wordt, liggen bij Ijsland, bij de Lofoten, bij Newfoundland en in de Noordzee; zie dors.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kabeljauw

s., kabbeljau; kleine —, gol(le), gatsje (it); een spiering uitgooien om eente vangen, in tjilling útstjûre om in einfûgel to fangen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)