Wat is de betekenis van jij-bak?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

jij-bak

(1916) (oorspr. schol.) flauwe of spottende terugkaatsing van een verwijt of grapje; mal antwoord op een ernstig bedoelde vraag of het beantwoorden van een vraag met een wedervraag; drogreden. In Amerika noemt men dit 'Jewish science' (volgens Erica Jong in haar bestseller 'Het ritsloze nummer'). Nog niet in de zesde geheel herziene druk uit 1924 v...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

jij-bak

jij-bak - Zelfstandignaamwoord 1. een drogreden, een spottende of beschuldigende opmerking als antwoord op een andere opmerking jij-bak - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jij-bakken ♢ Ik jij-bak 2. gebiedende wijs van jij-bakken ...

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)