Wat is de betekenis van jij?

2025-01-26
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press

jij

...

2025-01-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-01-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

jij

jij - Persoonlijk voornaamwoord 1. tweede persoon enkelvoud informeel jij - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jijen ♢ Ik jij 2. gebiedende wijs van jijen jij! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige ti...

2025-01-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

jij

jij - voornaamwoord 1. de andere persoon, tweede persoon enkelvoud, subject ♢ Ik heet Hasan, hoe heet jij? Voornaamwoord: jij Synoniemen je

2025-01-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Jij

pron., dou, dû.

2025-01-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-01-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jij

pers. vnw. 2de pers. enk., de nadrukkelijke vorm van je (zie ald.): wat kom jij doen?; jij hier? ; ook als vocat.: zeg, jij-daar ; — voor scheldw. minder gewoon dan jou, meest gebruikt als er eerst een bn. volgt: jij lelijke afzetter! — versterkt met zelf: jijzelf hebt het me gezegd.

2025-01-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jij

→ pers. vrnw. → gij.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-01-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

jij

pers. vn. 2e pers. enk., de nadrukkelijke vorm van je: wat kom — doen?; — hier?; ook als vocatief: zeg, — daar; voor scheldwoord minder gewoon dan jou, meest gebruikt als er eerst een bn. volgt: — lelijke afzetter!; versterkt met zelf: jijzelf hebt het me gezegd.